Normaal gebruik van een gemeenschapsmerk moet worden geabstraheerd van de grenzen van het grondgebied van de lidstaten (zie ook 55. Ajax/Ansul) Met betrekking tot het begrip “binnen de Gemeenschap” overweegt het Hof dat er een verschil bestaat tussen de territoriale omvang van de bescherming die aan nationale merken wordt verleend en die van de bescherming die aan gemeenschapsmerken wordt verleend. Een gemeenschapsmerk geniet in territoriaal opzicht immers een ruimere bescherming dan een nationaal merk. Hierdoor kan redelijkerwijs worden verwacht dat een gemeenschapsmerk op een groter grondgebied wordt gebruikt dan het grondgebied van één enkele lidstaat om van normaal gebruik te kunnen spreken, maar het in bepaalde omstandigheden evenwel niet is uitgesloten dat de markt van de waren of diensten waarvoor een gemeenschapsmerk is ingeschreven, zich in de praktijk slechts tot het grondgebied van één enkele lidstaat uitstrekt, in welk geval het gebruik van het gemeenschapsmerk op dit grondgebied kan voldoen aan de voorwaarden van normaal gebruik van een gemeenschapsmerk. Anderzijds hoeft het gebruik niet noodzakelijkerwijs betrekking te hebben op een geografisch uitgestrekt gebied om als normaal gekwalificeerd te kunnen worden Er moet daarbij worden geabstraheerd van de grenzen van het grondgebied van de lidstaten. Het Hof concludeert: “Van een gemeenschapsmerk wordt “normaal gebruik gemaakt” in de zin van artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 wanneer het wordt gebruikt overeenkomstig de wezenlijke functie ervan en teneinde in de Europese Gemeenschap marktaandelen te behouden of te verkrijgen voor de door dit merk aangeduide waren of diensten. Het staat aan de verwijzende rechter om te beoordelen of deze voorwaarden zijn vervuld in het hoofdgeding, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, zoals met name de kenmerken van de betrokken markt, de aard van de door het merk beschermde waren of diensten, de territoriale en kwantitatieve omvang van het gebruik alsook de frequentie en de regelmaat ervan.” De drempel voor normaal gebruik van een gemeenschapsmerk ligt in de regel dan ook hoger dan voor normaal gebruik van een nationaal (of Benelux) merk.

TT Eerste vraag is of gebruik en bekendheid in één lidstaat voldoende is (HvJ Onel/Omel en Pago). Indien ja, dan zal vervolgens moeten worden bezien of zich een van de schadefactoren voordoet en de merkhouder zal (nb ingevolge L Oreal Bellure en Intel) moeten laten zien dat er een serieuze kans op schade is. Dat zal vermoedelijk niet kunnen omdat in Spanje het merk niet bekend is en niet wordt gebruikt.

KB 471