In dit arrest komen diverse aspecten die bij de uitleg van octrooien een rol spelen voorbij. De HR overweegt dat het protocol bij art. 69 EOV een richtsnoer is voor het vinden van het antwoord op de vraag hoe ver de beschermingsomvang van een octrooi zich uitstrekt, wanneer de conclusies in het licht van de beschrijving en de tekeningen worden onderzocht. De gezichtspunten uit 98. Ciba Geigy/Oté Optics hoeven niet allemaal en ook niet in ieder afzonderlijk geval in aanmerking te worden genomen. In hoeverre dat het geval is, wordt bepaald door factoren als de aard van het octrooi en de beschrijving van de uitvinding, alsmede door het partijdebat. Voor het toekennen van een ruime bescherming aan een ‘pioniersuitvinding’ bestaat dan grond, indien de toepassingsmogelijkheden van de vinding, als gevolg van het sterk vernieuwende karakter daarvan, door de opsteller van het octrooischrift niet volledig kunnen worden voorzien en overzien, en als gevolg daarvan daarin ook niet afdoende kunnen worden beschermd en geclaimd. De HR geeft ook nog een overweging ten overvloede met betrekking tot het verleningsdossier onder verwijzing naar 100. Dijkstra/Saier.

KB 25/49/69/70/71/72/74/75/76/77/78/89/90/91/92/100/116