Sinds Meyn/Stork nieuwe koers: De raad zoekt bij uitleg van een octrooi meer aansluiting bij de bewoordingen van de conclusies dan voorheen. In dit arrest gaat de HR nader in op de betekenis van de leer van het wezen van de geoctrooieerde uitvinding (53 lid 2 ROW). Daarnaast besteedt hij uitvoerig aandacht aan het bepaalde in 69 EOV en het daarbij horende protocol, in het bijzonder met betrekking tot het juiste midden tussen redelijke bescherming van de octrooihouder en redelijke rechtszekerheid voor derden. In dit verband komt ook de betekenis van het (openbare gedeelte van het) verleningsdossier aan de orde. Brinkhof vraagt zich af of rol verleningsdossier wel overeenkomt met standpunt van de HR, aangezien in deze niet overeenstemt met het protocol, daar wordt niet over het verleningsdossier gesproken.

TT In HR Ciba Geigy/Ote Optics heeft de HR volgens de auteur ten onrechte beslist dat het verleningsdossier als bron van uitleg mag dienen of HR Van Bentum/Kool is de HR volgens de auteur te ruimhartig. Die benadering is in strijd met art. 69 EOV: het uitbreiden van de beschermingsomvang van een octrooi tot (equivalente) maatregelen die de octrooihouder had kunnen claimen is in beginsel in strijd met de rechtszekerheid.

KB 53/89/90/92/803/806

zie AGA/Occlutech