Afbreuk aan onderscheidend vermogen: Zie 67. intel-arrest! Voor ‘afbreuk aan het onderscheidend vermogen’ in de zin van art. 2.20 lid 1 sub c BVIE is vereist dat is aangetoond dat het economische gedrag van de gemiddelde consument van de waren of diensten in kwestie is gewijzigd als gevolg van het gebruik van het jongere merk, of er een grote kans bestaat dat dit gedrag in de toekomst wijzigt (Intel). Dit is een objectieve voorwaarde: niet nodig is dat wordt aangetoond dat daadwerkelijk afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen, ook het bestaan van een ernstig gevaar daarvoor kan voldoende zijn, mits een dergelijke conclusie berust op een waarschijnlijkheidsanalyse waarbij rekening wordt gehouden met de in de relevante handelssector gebruikelijke praktijken en met alle overige omstandigheden van het geval.

TT: uit dit arrest mogelijk volgt dat voor een succesvolle actie toch verwarringsgevaar nodig is.

KB 355/372